In de spiegel zie ik een meisje.
Een meisje met een afkeurende blik.
Tranen rollen over haar wangen.
Wat zou ze zien?
Wat zou ze denken?
Hoe zou ze zich voelen?
In de spiegel zie ik een meisje.
Een meisje dat onzeker is.
Onzeker over haar lichaam.
Haar ogen scannen door de overvloed van tranen haar lichaam.
Met een afkeurende blik op haar gezicht.
Te dikke armen
Te dikke benen
Te dikke buik
Te dunne kont
Dit is wat ze ziet.
Grijpend naar naar haar vetrollen en huid staat ze verslagen door haar eigen negatieve gedachten voor de spiegel.
In de spiegel zie ik een meisje.
Een meisje dat zich niet fijn voelt.
En dat meisje ben ik.
Dit gedicht heeft een vriendin van mij geschreven. Het maken van gedichten is een uitlaatklep voor haar. Je bent sterk. Ik ben trots op jou!